荷兰语学习14:乘飞机 Vliegtuig

荷兰语中常见的乘飞机用语:
 
131. Ik wil graag een vliegticket naar Beijing reserveren.
- 我想订一张去北京的机票。
 
132. Wilt u enkele reis of retour?
- 您想订单程还是往返票?
 
133. Wanneer wilt u vertrekken?
- 您想哪天出发?
 
134. Hoeveel vluchten heeft u op die dag naar Beijing?
- 那天去北京有几个航班?
 
135. Welke klasse wilt u?
- 您要订哪个舱的票?
 
136. Wilt u dat het kaartje thuis bezorgd wordt of komt u het zelf afhalen?
- 您需要送票上门还是自己来取票?

137. Hoeveel bagage heeft?
- 您有几件行李?
 
138. Wilt u een plaats in het roken-gedeelte of in het niet roken-gedeelte?
- 您想要吸烟区还是非吸烟区的座位?
 
139. Mag ik een plaats bij het raam?
- 可以给我一个靠窗的座位吗?
 
140. Via welke gate moet ik instappen?
- 我应该从哪个登机口上飞机?